H606_ אֱנָשׁ
mens(en), mensen-, mannen, mensenhand, mensenkinderen, al degenen, menselijk, mens
Taal: Aramees

Statistieken

Komt 27x voor in 2 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

Aram. 'enash, zn. mnl., overeenkomstig met אֱנוֹשׁ H582; TWOT 2591


2) בַ֥ר אֱנָ֖שׁ zoon des mensen, als aanduiding voor God (Dan. 7:13; zie Zoon des mensen voor een aanduiding voor Jezus)



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

אֱנָשׁ n.m. man, mankind

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H606 אֱנָשׁ ʼĕnâsh; (Aramaic) or אֱנַשׁ; (Aramaic), corresponding to 582; a man — man, whosoever.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אֱנוֹשׁ H582 "mens(en), mannelijk, lieden, mannelijke nakomeling, man, man(nen)"; Aramees נָשִׁין H5389 "vrouwen";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs